Als je samen leeft met andere mensen dan kun je erop wachten om iets te vinden waar je je aan stoort. Of het nu de was is die niet in de wasmand terecht komt, de vieze vaat die op het aanrecht blijft staan of de jas die standaard over de stoel ligt. Hoe groot of klein het ook is, uiteindelijk kun je er behoorlijk last van krijgen.

Dus hoe ga je nu om met rommelige mensen om je heen zoals je partner of kind? 7 tips!

• Geef het goede voorbeeld

Of ook wel: practise what you preach! Dus zorg dat jij het goed voor elkaar hebt. Want je krijgt het direct te horen als jij ook nooit je schoenen of tas meteen opruimt maar het wel van anderen verlangt.

Dus zorg dat jouw spullen zijn opgeruimd!

• Leg de lat niet te hoog

Laten we eerlijk zijn. Natuurlijk kun je kleine kinderen nog het een en ander bijleren over opruimen. Maar als het om pubers of volwassenen gaat wordt het al een stuk lastiger. Wees dus duidelijk naar iedereen toe wat je verwachtingen zijn maar kijk uit dat je de lat niet te hoog legt. Dus verwacht niet meteen dat je je rommelige tiener in een opruimcoach kunt veranderen ;-). Baseer het haalbaarheidsniveau dus op basis van de minst georganiseerde persoon in huis. Wat zijn haalbare en realistische doelen voor die persoon?

En vergeet niet om obstakels weg te halen. Wordt z’n jas bijvoorbeeld altijd op de grond gegooid bij binnenkomt omdat het te veel werk is om de deur naar de kapstok open te doen? Prima, haal de deur eruit. Dan is er geen excuus meer. Na verloop van tijd is het dan gewoonte geworden om de jas daar op te hangen en kun je de deur weer terug zetten 😉 Zelfde geldt voor bijvoorbeeld een tas die in een kist moet. Haal de deksel ervan zodat het makkelijker toegankelijk is.

• Labelen, labelen, labelen

Maak het ze zo makkelijk mogelijk, is het uitgangspunt zodat ze niet als excuus hebben dat ze het niet wisten. Dus label zoveel mogelijk dingen om een en ander duidelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan labels op de speelgoed bakken of op het mandje van de sokken zodat duidelijk is dat daar de sokken in opgeruimd worden.

Gebruik een adresstikker, schilders tape of visualiseer het voor kleine kinderen door middel van plaatjes.

• Geen rommellaatjes

Normaal gesproken mag je best één rommellaatje hebben als de rest maar op orde is. Maar voor rommelige mensen is dat echt een no-go! Want een rommellaatje zit vol uitgestelde beslissingen en de reden dat iemand rommellig is, is omdat hij of zij beslissingen uitstelt. Niet doen dus!

Zorg dat lades dus een duidelijk doel hebben. Bijvoorbeeld voor kantoorartikelen of bestek. En zorg er daarna voor dat de lade ook alleen voor dat doel gebruikt wordt. Label desnoods om het extra duidelijk te maken.

• Vraag het niet!

Tja deze is niet makkelijk 😉 ik geef het direct toe. Probeer niet constant te zeuren over spullen die opgeruimd moeten worden. Daar wordt niemand gelukkig van toch? Maar vat het bijvoorbeeld samen door te zeggen: ‘Als jij je jas even ophangt en je tas opruimt, dan gaan we zo eten’.

Stel vooral geen vraag zoals: ‘Wil jij je jas opruimen?’ want dan is de kans heel groot dat je ‘Nee’ als antwoord krijgt, zeker van pubers 😉

• Stop met curlingen

Deze is misschien nog wel het lastigst van allemaal, maar stop met (zoals de luizenmoeder het zo mooi zei) curlingen. Dus ga nu niet de hele tijd alle spullen achter je rommelige huisgenoten opruimen want dan leren ze het natuurlijk nooit! Want vergeet niet: ze kunnen het wel, ze kiezen gewoon om het niet te doen.

Dus ligt de was niet in de wasmand: niet wassen die kleren. Vergeten de sporttas leeg te maken? Laat het zitten, dan maar nog een keertje de vieze kleren aan naar de training. Uiteindelijk gaan ze echt wel in actie komen als het ook voor hen te gek wordt….

• Zorg voor minder spullen

Wat tenslotte sowieso goed werkt voor iedereen is het hebben van minder spullen. Wat erin komt, moet ook opgeruimd worden, denk daar allemaal goed aan! En geef ook aan dat als de spullen vanavond daar nog liggen je ze in de prullenbak gooit. Als hij of zij het belangrijk genoeg vindt, wordt het echt wel opgepakt. En zo niet: dan was het waarschijnlijk helemaal niet belangrijk en kan het weg. Hoe minder spullen hoe beter. Opgeruimd staat netjes! Dan heb je er ook geen strijd meer over.

Door het goede voorbeeld te geven geef je het startsein voor een andere manier van leven. Hou je minst georganiseerde persoon als uitgangspunt voor je doelen. Vergeet niet zoveel mogelijk te labelen en kijk uit met rommellaatjes. Niet te veel zeuren maar de feiten aangeven. Stop met het mogelijk maken van slechte gewoontes door alles voor je huisgenoten te doen. En door minder spullen in huis hoef je minder op te ruimen en schoon te maken!